Tour d'Aubergine

“Tour d’Aubergine” in “Little Friend”

Een titel die waarschijnlijk een beetje duiding verdient, indien ik wil vermijden dat jullie denken dat ik tijdens het opstellen van dit artikel een of ander verboden product heb gerookt. 

Zoals eerder gemeld heeft elke uitstap van BOTC een educatief kantje. Voor deze editie had organisator Eric Lingier de deelnemers rendez-vous gegeven in Snellegem (of all places!), en dit op de parking van het bedrijf van de familie Franco, om precies te zijn. Deze laatste zijn aubergine kwekers, en de rit begon en eindigde bij deze ondernemende tuinders.

Ondergetekende was deze keer niet op de afspraak met een of andere 19 tonner, maar met de pas gerestaureerde, gekeurde en via BEHVA uiteraard bij Marsh verzekerde Land-Rover Ninety, bouwjaar 1986 ( voorloper van de tot 2016 geproduceerde Defender). Circulerend tussen de zware jongens, waande ik me een beetje “ little friend”. Een naam gegeven aan de escorte jagers die de zware bommenwerpers beschermden tijdens hun raids op het derde rijk. Vooral tijdens het tweede deel van hun missie, wanneer de brandstof voorraad krap begon te worden, luchtafweer en eerdere aanvallen door de “Luftwaffe” de machines en de bemanning al zwaar op de proef hadden gesteld, kon men een aanval van een schare Messerschmitt’s missen als kiespijn, en dan waren die kleine maar vinnige vliegtuigen om hen te beschermen, een zegen .

Ik vond de vergelijking enigszins passend, want mijn voertuig was compact en wendbaar tussen de “grote jongens”, bovendien is zo’n Land-Rover opgebouwd uit tal van componenten vervaardigd in aluminium, en kon “Rosie the riveter” er ook aan gewerkt hebben, want de voertuigen hangen samen met bouten en rivetten. Waar de vergelijking schromelijk de mist in gaat is op het vlak van motorisatie. Was de P51 Mustang, die vaak voor die rol werd ingezet, uitgerust met een door Packard ( jawel de Amerikaanse autofabrikant ) in licentie gebouwde Rolls-Royce Merlin V1650, een potente “supercharged” V12 die uit zijn cilinderinhoud van 1.649 cubic inches ( een slordige 27 liter ) 1.315 pk perst, dan moet mijn “ little friend” het stellen met een diesel hebbende de inhoud van 2.495 cc die bij 4.200 toeren een bescheiden 68 pk aan het vliegwiel zet.

Maar goed ik had de taak gekregen om de eerste honderden kilometers  op de teller te zetten na een restauratie die een kleine vier jaar had geduurd. Het was een “shake-down” oefening, om de 4x4 klaar te maken voor het grote werk, namelijk een trip van enkele weken door Wales en Schotland, en dan wil je zeker zijn dat je kan genieten van de rit, eerder dan al sleutelend onder het gestrande voertuig te moeten liggen.

De zondagse afspraak in Snellegem om 8u30, haalde ik zonder problemen, zodat ik ontspannen het aangeboden ontbijt achter de kiezen kon werken. Eens de groep hiermee klaar was, begon het geleide bezoek en meteen een ook de introductie in de wondere wereld van de “ aubergine”. De aubergine (Solanum melongena, -zelfde plantenfamilie als aardappel (solanum tuberosum)) is zowel een eenjarige plant uit de nachtschadefamilie (Solanaceae) als de vrucht daarvan. De plant komt van oorsprong uit Myanmar en werd door de Arabieren in de middeleeuwen in het Spaanse Andalusië geïntroduceerd.

Wie, zoals ondergetekende dacht dat alle aubergines uit het Middellandse Zee gebied kwamen, heeft de ondernemingszin van deze West-Vlaamse tuinder zwaar onderschat. Samen met nog een viertal Vlaamse collega’s heeft hij zich bekwaamd in de teelt, zodat ze nu een groot deel van de Belgische marktbehoefte afdekken, en nog exporteren ook, waarbij de UK een belangrijke afnemer is.

Al vrij snel werd duidelijk dat de Familie Franco van aanpakken wist, momenteel runt de tweede generatie het tuinbouwbedrijf, dat zich initieel toelegde op de teelt van tomaten. Tot een plaag deze teelt voor een aantal jaren onmogelijk maakte. “ Never waste a good crisis” moeten ze daar gedacht hebben, waarom niet eens iets anders proberen dan de voor de hand liggende opties. Het werden aubergines, een sprong in het onbekende, waarbij men al doende leert, ook al kost dat “leergeld”.

Dat deze keuze de goede was, bewijst de schaal van het huidige bedrijf, 5.5 hectare onder glas, 70.000 planten, of 280.000 ranken (en evenveel geleidingstouwen). Het plantgoed wordt betrokken uit Nederland, en bestaat uit een aubergine stek die op een tomaten stam is geënt. Dit duo staat in een substraat op basis van vulkanisch perliet, en wordt via druppel irrigatie van water en voeding voorzien. Reeds na een tiental weken verschijnen de eerste vruchten, en ondertussen ontwikkelt de plant zich in de hoogte om op het einde van zijn cyclus een hoogte van een  drie meter te bereiken.

Het oogsten is dus een continu proces, en om de twee dagen wordt elke rij bezocht en ontdaan van zijn oogstklare vruchten. Hierbij zijn veel plukkende handen nodig, wat in West-Vlaanderen, een provincie met een laag werkloosheidscijfer, de bedrijfsleider noopt tot het inhuren van een dozijn buitenlandse seizoenarbeiders.

Een mediterrane plant laten groeien in ons klimaat vergt wat aanpassingen voor wat de temperatuur betreft. Teelt onder glas is een eerste stap, de luchtvochtigheid controleren, en de bladeren droog houden, een tweede noodzaak, en de temperatuur wat optrekken is de derde, maar niet de minste ingreep, zeker indien men wil vermijden dat de energiefactuur de opbrengst van de teelt volledig opsoupeert. Daarom investeerde men in een WKK systeem, “warmte kracht koppeling”. Hart van het systeem – een aardgas motor met generator. Op het bedrijf staan er 2, een General Electric Jenbacher van Oostenrijkse makelij, en een Amerikaanse Cummins, beiden met een V12 cilinder opstelling, en een maatje groter dan de motoren die in onze trucks zitten.                                                                                                                                                                                                                                                             Tijdens hun viertakt cyclus leveren ze drie dingen:

Energie – lees elektriciteit, voor het eigen bedrijf, maar een groot deel wordt op het net gezet en verkocht.

CO2 – bij verbranding levert aardgas eenvoudig gesteld, 2 uitlaatfractie, waterdamp en CO2. Die laatste fractie wordt in de serres geblazen en stimuleert de fotosynthese van de planten, en dus de aangroei van biomassa.

Warmte – een gasmotor is een ontploffingsmotor, dat betekent dat de er flink wat energie omgezet wordt in warmte, en die kan men goed gebruiken om de serres op temperatuur te houden.

Alhoewel men, zoals hierboven al aangegeven, het gas optimaal omzet voor de productie, vertegenwoordigt de aankoop ervan een substantieel deel van de het productie budget, goed onderhandelen zowel over de aankoopprijs van het gas, als de verkoopprijs van de elektriciteit zijn dus primordiaal.  Bovendien tracht men de installatie pas te laten werken op het moment dat de elektriciteitsprijs optimaal is. De warmte kan men bufferen, en pas vrijgeven volgens behoefte.

We dachten alles gezien te hebben, maar ook de laatste schakel is belangrijk, produceren is één, het op de markt aanbieden is het sluitstuk waar het om draait. Het gros van de productie wordt aangeboden op de Veiling van Sint-Katelijne-Waver. Daar zitten de grote inkopers voor de supermarkt ketens, en ook enkele traders voor de export. Die lui hebben allemaal hun eigen wensen en desiderata. Verpakt in dozen van 3 of 5 kg, in plastic doosjes of specifieke kratten, daar moet je als producent kunnen op inspelen, dus ook daar werd in geïnvesteerd. Sorteren, ledigen van plukbakken, wegen en inpakken, vouwen van de dozen, alles is maximaal geautomatiseerd, om de aubergines ongeschonden en dagvers in de veiling te krijgen.

Na dit interessante bezoek, tijd om de motoren aan te zwengelen voor een kleine verkenning van het Brugse ommeland.  Snellegem is een deelgemeente van Jabbeke, en vandaar rijden we door naar Torhout. Wat ons meteen opvalt is hoe groot die gemeente is, en hoe bijbels, ik verklaar me nader, we reden achtereenvolgens door het gehucht “Drie Koningen” om daarna “Goede Herder”                                                                                            aan te doen. Op Torhout volgt Wingene, en daarna Ruddervoorde, om het middagmaal, een bbq,  te gebruiken in Oostkamp bij een bevriend transporteur. Via Beernem, Oedelem, Sijsele  komen we aan in Brugge, dat we doorkruisen richting Varsenare en Jabbeke, waarna we wederom de auberginekweker met een bezoek vereren.  Ditmaal om kennis te maken met een tweetal aubergine gerechtjes die dienen als begeleiding van ons broodje. Het ene bestaat uit een schijfje geroosterde aubergine, geplooid rond een  plakje feta kaas – zeer lekker. Op tafel stond ook een schaaltje met “auberginekaviaar met feta” waarin we crostini’s konden dippen.

Kortom, we werden die zondag niet alleen wegwijs gemaakt in de teelt van aubergines, we werden getrakteerd op lekker eten, en het weer zat mee. En we waren duidelijk niet de enigen die met de oldtimer op stap waren, maar de boer, hij ploegde voort. Nu de velden opgedroogd waren, was het tijd om aardappelen te poten, zomergranen te zaaien, en de grond zaairijp te maken voor de maïs die er binnenkort in moet. Voor de liefhebbers van “ Popeye’s power food” – kan ik melden dat ik enkele mooie partijen spinazie heb gezien die binnen een viertal weken oogstbaar zullen zijn.

Terug een leuke en leerrijke dag, met dank aan de families Franco en Lingier.

PS/ Om jullie in dat leerrijke mee te nemen, kregen we nog enkele tips van de aubergine kweker:

-        Aubergines bewaar je beter op een koele donkere plek, dan in het groente vak van de ijskast

-        Bewaar aubergines nooit samen met tomaten, ze kunnen mekaar moeilijk luchten….